Nadat we in 2000 begonnen in Liessel was er in het nabijgelegen Limburg een mooi project gestart door een vijftal boeren die terug wilden naar de kern: kwaliteitsvlees boordevol smaak. Hiervoor waren zij op zoek gegaan naar een nieuw speciaal ras genaamd Limburgs Varken, wat een kruising is tussen een aantal bestaande oude Europese landrassen. Deze varkens worden gefokt op kleinschalige boerderijen, krijgen ander voer en zijn bovenal gelukkige varkens. Ook de boeren en de afnemers worden er een stuk gelukkiger van.
Abdij van Lilbosch Echt
Het afmesten van dit Livar varken gebeurd bij de Trappisten van de Abdij van Lilbosch in Echt, waar we al een paar keer op bezoek zijn geweest om dit in de praktijk te ervaren. Op de kloosterboerderij van deze Abdij staat het dierenwelzijn hoog in het vaandel. De sobere levensvorm van de broeders met respect voor mens, dier en omgeving sluit dan ook naadloos aan bij de visie van de vijf boeren die met Livar begonnen zijn. Bij de sobere levensvorm past overigens ook dat Trappisten vegetarisch zijn, maar dit terzijde. De wortels van de Abdij van Lilbosch liggen weer vlakbij Bergeijk, de huidige locatie van ons Streekrestaurant; de Achelse Kluis.
Achelse Kluis
De Abdij van Lilbosch is gesticht door de Trappisten van de Achelse Kluis. In die tijd (1883) werd de Achelse Kluis te klein (!) en is Dom Bernardus Maria van der Seyp, de derde abt van de St. Benedictusabdij van Achel op zoek gegaan naar een nieuwe locatie (Abdij van Lilbosch).
Op dit moment zijn er nog maar enkele broeders gehuisvest in de Achelse Kluis. In 2018 is hier een nieuwe katholieke gemeenschap gehuisvest. Met de leefgemeenschap ‘Fazenda da Esperança’ – boerderij van de hoop – blijft de abdij van Achel na 170 jaar ook in de toekomst een plaats van gebed en spiritualiteit. Binnen deze gemeenschap vinden jonge mannen structuur terug in hun leven, door middel van de drie pijlers: werk, gemeenschap en spiritualiteit. Een leven zonder sigaretten, alcohol, drugs, internet en medicamenten.
Start Livar
In Liessel zijn we, denk ik, in 2001 begonnen met Livar. En dat was niet altijd gemakkelijk. Er werden in die tijd maar een paar varkens per week geslacht, want er was nog niet of nauwelijks afzet. Doordat dus de aanvoer niet altijd constant was kregen we ook wel eens een alternatief. Ondanks het feit dat het alternatief geen “gangbaar” varken was, proefden wij meteen het verschil in smaak en structuur. Na een aantal jaren was de aanvoer (gelukkig) steeds constanter en werd Livar een landelijk succes. Dit gaf weer andere problemen! Op een gegeven moment werd er meer Livar verkocht dan geproduceerd. Tsja, dat krijg je als je een kwalitatief mooi streekproduct maakt, dan proberen anderen van de meerprijs mee te profiteren. Niet fijn als je dit overkomt en Livar diende (helaas) maatregelen te nemen om hun eigen mooie product te beschermen. Sindsdien staat er een Livar stempel op elk stukje Livar vlees dat verkocht wordt. Kortom, Livar moest zichzelf “beschermen” en extra kosten maken omdat iemand in de keten hiervan mee probeerde te profiteren.
Nieuwe initiatieven
In de loop van de tijd hebben verschillende varkensboeren initiatieven ontplooit die zich onderscheiden in de markt. Dit kan zijn op het gebied van natuurbeheer (Elshorst Puur, Baarschot), speciale rassen (Bonte Bentheimer, wolvarkens, Duke of Berkshire), de smaak van vrüger (Heijde Hoeve varken) of biologisch (De Beukentuin Hoogeloon, De Blije Big Eindhoven). Op dit moment hebben we dan ook de keuze uit ruim 5 verschillende leveranciers van varkensvlees. Wat een verschil met een pakweg 20 jaar geleden en naar onze mening een goede ontwikkeling!