Op 15-jarige leeftijd, denk ik, dat ik mijn eerste pilsje heb gedronken. Ik vond het eigenlijk helemaal niet lekker, maar het hoorde er bij. Vanaf mijn zestiende heb ik aardig wat pils gedronken en dat was in de tijd dat een ober geen goede ober was als hij niet met twee (liefst drie) volle dienbladen met bier kon lopen. Als vriendengroep maakten wij altijd een pot en bestelden vervolgens in snel tempo volle bladen pils. In mijn studententijd werden dit zgn. meters bier oftewel 12 pils. Maar in die tijd begon er iets te knagen; was er nog iets anders in deze wereld dan alleen pils? Iets waarvan je kon genieten in plaats van grote hoeveelheden pils drinken.

Vlaamsche Reus Wageningen

Carel Oomes Vlaamsche Reus

We hadden in Wageningen het grote geluk dat Carel Oomes een in die tijd (1984) revolutionair café opende waar diverse speciaal bieren werden geschonken. Carel is tevens mede initiatiefnemer en oud voorzitter van de Alliantie van Biertapperijen, dat in 1986 werd opgericht. Hiernaast waren er studenten uit met name het zuiden van Noord Brabant die, nadat ze in het weekend thuis waren geweest, nog even in België wat biertjes meenamen naar Wageningen. De plaatselijke slijter zag, tot zijn spijt, de afzet van bier dalen dankzij deze import en besloot hier offensief op te reageren door zelf dit soort bieren op te nemen in zijn assortiment. Kortom, er was meer in deze bierwereld verkrijgbaar dan pils.

Karmeliet

In 1996 werd Karmeliet voor het eerst gebrouwen en bestelde ik kort hierna voor de eerste keer van mijn leven een Karmeliet. Toen ik de eerste slok nam en nog eens goed rook deed mij dit denken aan mijn jeugd op de boerderij. Mijn vader, Theo Braks, teelde in de jaren zeventig nog graansoorten zoals rogge en tarwe. Bij de oogst klom ik dan op de vrachtwagen om dit vers geoogste graan te proeven. Ik proefde de granen (naast gerst, haver en tarwe) terug in dit mooie bier. Toen we in maart 2006 in Bergeijk begonnen wilde ik dolgraag Karmeliet op vat bij de Hofkaemer. Na de bestelling bij Interbrew (tegenwoordig Inbev) via de Kikvorsch bleef het stil, de bestelde vaten kwamen niet binnen. Interbrew belde in de tussentijd dat ze wel Leffe Tripel op vat konden leveren, maar dat was in mijn ogen een totaal ander bier! Na 5 weken wachten reed de vertegenwoordiger van de Kikvorsch, Frits Berkers, naar het distributiecentrum van Interbrew in Geldrop en wat bleek de 2 vaten stonden daar gewoon. De vaten werden nog niet uitgeleverd omdat er nog geen fiat van hogerhand was gegeven. Interbrew probeerde met dit soort vertragingstactieken zijn eigen bieren te verkopen! Nu begreep ik ook waarom wij op dat moment een van de weinige horecagelegenheden waren waar Karmeliet op vat verkrijgbaar was, wat resulteerde in een gemeende ‘Amai een Karmeliet van ’t vat’ van onze Belgische levensgenieters. In België (en ook in Nederland) was Karmeliet op vat bijna nergens verkrijgbaar en ik begreep wel waarom. Inmiddels is Brouwerij Bosteels (Karmeliet, Deus en Kwak) in 2016 (helaas) overgenomen door Inbev voor veel geld oftewel “If you can’t beat them, buy them”. Karmeliet is nu wel bij vele horecagelegenheden te verkrijgen op tap. Zou het recept al aangepast zijn?

Groei bierbrouwerijen in Nederland

In de jaren 90 van de vorige eeuw probeerde ik zo’n beetje elk bier dat verkrijgbaar was uit. In Nederland waren in 1990 nog maar 30 brouwerijen. Vele nieuwe bieren kwamen er toen niet uit, dus dat was niet zo moeilijk. In 2000 was dit gestegen naar ruim 60 brouwerijen oftewel een verdubbeling. In deze tijd proefde ik veel van de nieuw uitgekomen bieren en als er een overheerlijk bier tussen zat zette ik deze op de bierkaart onder het motto: als mijn gasten het niet opdrinken, dan drink ik het zelf wel op. Iedere keer bleek dat mijn gasten hier ook voor in waren en de bierkaart bij de Hofkaemer werd hierdoor steeds uitgebreider. In 2010 groeide het aantal bierbrouwerijen naar ruim 120, in 2015 naar ruim 400 en inmiddels zitten we op ruim 600 in 2018! Op dit moment probeer ik nog wel nieuwe bieren, maar niet alle, want dat lukt gewoonweg niet meer.

Bier en Gastronomie Award 2011

In 2010 hadden we een pakweg 40 soorten bier op onze bierkaart staan en merkte ik dat mijn gasten en mijn personeel het overzicht kwijt raakten. Kortom, tijd voor een andere aanpak met 2 veranderingen. Vanaf dat moment zetten we niet alleen aparte drankenkaartjes op tafel voor de bieren, maar ook voor de wijnen, fris, gedistilleerd en koffie. Ik had het eigenlijk altijd al vreemd gevonden dat achterin de menukaart de diverse drankenkaarten zaten en niet gewoon op tafel, maar dit terzijde. Hiernaast besloten we om bij de menukaart per gerecht zowel een wijn als een bieradvies te geven. Een bieradvies per gerecht gebeurde in 2010 niet zo vaak (en nu nog steeds te weinig). Dankzij dit goede bieradvies en de kwaliteit van de keuken kregen we hier een mooie waardering voor: het winnen van de Bier en Gastronomie Award. Een landelijke prijs die we op de Horecava in Amsterdam in ontvangst mochten nemen. Het leuke hiervan is dat je het jaar na het winnen in de jury zit en op bezoek gaat bij mooie horecabedrijven zoals Jopen in Haarlem.